Perfectionisme
- Merijne Hazenoot-Hoorn
- 12 dec 2024
- 7 minuten om te lezen
Bijgewerkt op: 13 dec 2024
Echt leven is de schoonheid omarmen van het imperfecte.

Perfectionisme in de volksmond
In de taal van de moderne psychologie en op de werkvloer kom ik de term ‘perfectionisme’ regelmatig tegen. Er wordt bijvoorbeeld mee bedoelt dat iemand ergens de beste in wil zijn en wil ‘winnen’. Er kan ook mee bedoeld worden dat een resultaat heel goed moet zijn en aan door jezelf bepaalde maatstaven moet voldoen. Soms zeggen mensen ‘ik ben een perfectionist’, om te laten zien hoe hard ze werken. Soms wordt het gedeeld vanuit een soort slachtoffer positie, ‘sorry, ik kan er ook niks aan doen dat ik de verantwoordelijkheid niet uit handen durf te geven’. De term wordt vrijwel altijd gebruikt als verklaring voor gedrag en als toestemming voor dit gedrag. In feite zegt het dus precies niks, zolang we het gesprek over wat perfectionisme voor iemand betekent uit de weg gaan.
Door de dikke van Dale wordt een ‘perfectionist’ gedefinieerd als iemand die streeft naar perfectie. Perfectionisme kan je omschrijven als het streven naar volmaaktheid – wat doorgaans een onrealistisch hoge lat is. Deze drang naar perfectie en volmaaktheid staat nooit op zichzelf, het manifesteert zich altijd ‘in relatie tot’. Je wordt er ook niet mee geboren, het is een manier om het leven aan te kunnen, omdat iets in de wisselwerking tussen jouw en je omgeving aangaf dat dit een goede oplossing was. In dit artikel neem ik je hierin mee.
De valkuil van projectie via taal
Achter perfectionisme zit altijd een diepzinnige en onbewuste motivatie, die met dit oppervlakkig gebruik van het woord niet zichtbaar wordt. Bij het gebruik van het woord hebben we allemaal direct een associatie. Echter vergeten we het gesprek aan te gaan over wat perfectionisme voor de betreffende persoon betekent. Taal nodigt ons immers uit om betekenis te geven aan zaken en is tegelijkertijd kwetsbaar voor multi-interpretatie. Taal is niet objectief maar altijd bevlekt met onzekerheid. Hierdoor projecteren we onbewust onze eigen beleving en ervaring wanneer we ‘perfectionisme’ horen. In feite hebben we niks geleerd over de ander en zijn we de ander niet echt tegengekomen wanneer we niet doorvragen naar de diepere laag. In die zin is perfectionisme iets bekends onbekends. In dit artikel ga ik wel een aantal lagen dieper.
Perfect willen zijn manifesteert zich altijd in relatie tot
Vrijwel bij al mijn cliënten kom ik een vorm van perfectionisme tegen. De ene persoon wil zich ‘perfect’ afstemmen op de ander, en vergeet daarbij zichzelf. Een gevoel van vervreemding en depressie is het gevolg. De ander zoekt naar het perfecte leven, waarin je tot bloei komt en al je talenten kan gebruiken. Grote teleurstelling over de feitelijke werkelijkheid maken dat onderdrukte boosheid door de communicatie vloeit en dat er sprake is van verwijdering van anderen. Weer een ander verwacht van anderen dat ze perfect op hen reageren. Duurzame relaties in stand houden is dan lastig. Daarnaast kan perfectionisme ertoe leiden dat mensen nieuwe uitdagingen uit de weg gaan uit angst om te falen. Een ander gaat juist harder werken om falen te voorkomen. Vaak is het een combinatie van alles. Los van de vorm waarin het zich uit, voert eenzaamheid de ondertoon. Perfect zijn is helemaal niet leuk, waarom proberen we het dan te zijn?
Perfectionisme als gedrag
Ik kan mezelf ook een perfectionist noemen. Dit uit zich in dat ik ‘de lat hoog leg’ (althans zo omschrijven anderen het) en ik het graag ‘allemaal goed wil doen’ naar anderen. Het gevolg hiervan is dat ik veel energie lek, al meermaals overspannen ben geweest en ik het moeilijk vind om rust te nemen; ‘ik moet wel nuttig blijven’. Deze uitleg geeft echter geen verklaring. Het is alleen zichtbaar gedrag aan de oppervlakte. Het zegt nog steeds niks over wat perfectionisme voor mij betekent. Ieder mens heeft namelijk buitengewoon goede redenen voor slecht gedrag. Ik ook voor deze toxische vorm van perfectionisme.
De functie van perfectionisme
Perfectionisme heeft voor mij een nuttige functie. Wanneer ik ‘alles perfect’ doe en ‘een echt goed mens ben’, blijft de harmonie intact. Althans, dat is de diepgewortelde overtuiging die veel van mijn onbewuste gedrag voortduwt. De harmonie moet bewaard blijven, niet omdat ik bang ben voor conflict, maar wel omdat ik bang ben dat de ‘verbinding verbroken’ wordt. Ik wil alles zo goed doen, omdat ik bang ben om verlaten te worden en de verbinding met mijzelf te verliezen. Ik wil niet vervreemden van de wereld en ik wil niet alleen zijn. Ik moet alles perfect doen omdat ik bang ben voor eenzaamheid.
Ironisch genoeg werkt het perfectionisme niet tegen het bestrijden van eenzaamheid. Hoe ‘beter’ ik wil zijn, hoe meer ik iemand verwacht te zijn die ik niet ben. Hiermee ga ik steeds uit contact met mezelf. Als ik perfectionisme nastreef keur ik bepaalde kanten van mijzelf af. Dingen die gewoon in mij zitten en die ik niet leuk vind aan mezelf of waarvan ik denk dat anderen het niet leuk vinden. Hoe meer ik mijn best doe dit te onderdrukken of te ‘reguleren’ (wat geen regulatie is), hoe harder het naar boven komt – natuurlijk! Door essentiële kanten van mijzelf af te wijzen, ben ik niet meer ‘echt’ en raakt de harmonie in mijzelf verstoord omdat ik mezelf niet heel laat.
Daar komt nog bij dat ik indirect en onbewust een appél doe op de ander om net zo ‘perfect’ te worden en de kanten die ik van mijzelf afwijs ook bij henzelf af te wijzen. Reken er maar op dat we dan binnen de kortste keren op elkaars pijnpunten aan het drukken zijn en ‘hoera’ ook hier is de disharmonie geboren!
Nog een laagje dieper
Met het ‘perfect’ doen probeer ik de ongenoeglijke kanten van mijzelf te maskeren. Mijn kwetsbaarheiden hoef ik dan niet te tonen en mijn kracht hoef ik niet te laten zien. Dat wat ik lastig vind kan ik onder het tapijt vegen en daar waar ik goed in ben hoef ik geen aandacht voor te vragen. Het is een manier om het echte contact niet aan te gaan, omdat de angst voor onbegrip overheerst. Hier kan ik mij vanuit slachtofferschap gezellig achter verschuilen waardoor ik niet in beweging hoef te komen. Ook al werk ik mega hard om alles perfect te doen, in feite is ook dit een vermoeiende vorm van stagflatie (zie het blog Idealistische Impact).
Perfectionisme is mijn manier om bestaansrecht te claimen. Een illusionair bestaansrecht weliswaar, maar toch, dat is wat de perfectie in stand houdt. ‘Als ik maar zus of zo ben, dan mag ik er zijn’. En ook hiervoor geldt; hoe perfecter ik moet zijn om te mogen bestaan, hoe meer ik mijn eigen bestaan ten diepste afwijs. Ik kan immers nooit voldoen aan het beeld van de persoon die ik probeer te zijn – het moet altijd meer en altijd beter. Het is toxisch idealisme. In de tussentijd wijs ik mezelf in essentie af, scheur ik mezelf in stukken en laat ik mezelf alleen. Niet in staat tot echt contact. Te bang om mezelf echt te geven.
Perfectionisme zie ik daarom als diep pijnpunt in mijn zelfbeeld en identiteit. Het is een manier om weg te blijven van het echte leven wat ik mag leven wanneer ik mezelf ben.
Waarom zou ik dan nog steeds perfect willen zijn?
Het moge duidelijk zijn dat ik met mijn streven naar perfectie averechts werkt. Nog los van het feit dat ik een bovenmenselijke verantwoordelijkheid op m’n schouders neem die helemaal niet past bij de plek die mij gegeven is en waarmee ik mezelf uitput, bereik ik ook niet dat wat ik ermee wil bereiken: bestaansrecht en echt contact met anderen.
Dat neemt niet weg dat perfectionisme mij ook veel gebracht heeft. Blijkbaar was er als kind een wisselwerking tussen mij en mijn omgeving die maakte dat ik perfectionisme nodig had. Ik werd een ster in aanpassen, zodat ik erbij hoorde en mee kon doen. Dat heeft me doorzettingsvermogen en fijngevoeligheid gegeven waar ik nog altijd de vruchten van pluk. Gooi het kind dus niet met het badwater weg. Nu ik volwassen ben heb ik dit echter niet meer nodig om te ‘mogen zijn’. Ik heb nu de emotionele mogelijkheden om een andere invloed uit te oefenen op de wisselwerking tussen mij en mijn omgeving. Nu hoef ik mijzelf niet meer aan te passen met de hoop dat ik erbij hoor, maar durf ik mezelf steeds meer te onderscheiden met mijn authenticiteit. Het mooie hiervan is dat ik anderen onbewust ook ‘toestemming’ geef zichzelf te zijn. Met zelfacceptatie ontstaat er een gezondere wisselwerking tussen mij en mijn omgeving. Zo komt er ruimte voor het verschil waardoor we elkaar echt tegen kunnen komen. Er kan alleen contact ontstaan wanneer we onze eigen plek innemen.
Echt contact ontstaat wanneer je op je eigen plek staat en omarmt wie je bent.
Perfectionisme als omarmd deel
Nu ik volwassen ben kan ik de perfectionistische kant van mijzelf op een gezonde manier inzetten. Hier hoort bij dat ik alle kracht en kwetsbaarheid die in mij zit een plek krijgt in mijn leven. Dat wil enerzijds zeggen dat ik ze zelf durf te zien en anderzijds dat ik er ook echt naar ga leven door ze te laten zien. Dit wil niet zeggen dat ik niet meer mag streven naar ‘perfectie’. Het zit namelijk in mij dat ik geniet van mooie dingen maken. Ik houd ervan ergens eindeloos over na te denken, bij te schaven en iets nog meer tot z’n recht te laten komen. Ik vind er levenslust in – ook al vinden anderen dat ik de lat te hoog leg. Het gaat erom dat ik mij bestaansrecht niet van het resultaat af laat hangen.
De weg naar diepe zelfacceptatie (zie artikelen Bestaansrecht en de Medaille van angst) kan zich daarom niet alleen in mijn hoofd afspelen! Zelfacceptatie betekend dat ik mezelf uitleef, deel en ontvang, zodat ik de ander tegen kan komen. Dan ga ik leven in plaats van overleven en heb ik het toxische perfectionisme niet meer nodig.
Echt leven is zien en gezien worden
Echt leven is geven en ontvangen
Echt leven is de schoonheid omarmen van het imperfecte
En dat allemaal in contact brengen met de ander
Daar is zin
Daar is betekenis
Comments